In mijn bloedbad

21-05-2020

Daar lig ik dan, levenloos op mijn buik op de grond. Het bloed gulpt uit mijn zij, waar ook het broodmes nog zit ingestoken. Mijn mond en ogen zijn open, mijn lichaam nog warm. Gerard stapt in mijn bloedbad. Zijn witte Nike's zitten onder. Die had ik trouwens ooit voor hem gekocht, op zijn dertigste verjaardag. Als ik mij goed herinner, had hij me toen niet eens bedankt. Moet je die smoel toch zien. Is dit iemand die je ooit zou kunnen bedanken?

Blijkbaar is hij uit shock. Zijn handen trillen niet meer. Zelfverzekerd controleert hij of ik nog leef. Hij moet verwacht hebben dat ik al dood was, maar wilde het zeker weten. Bea is nog overstuur. Wanneer Gerard hopeloos zijn hoofd schudt, zet ze geschrokken haar hand voor haar mond.
'Ademt hij niet meer?'
'Nee...'
Ze loopt paniekerig heen en weer. Dit is dus typisch Bea. Ze had geen controle over haar woede en achteraf had ze altijd spijt van wat er uit haar mond floepte, of wat ze mij aandeed. Ze was slachtoffer van Gerards opgezet spelletje. Het zal vast niet lang duren tot ze erachter komt.
'Wat nu? De ambulance komt eraan. De politie zal vast ook onderweg zijn... jeetje Gerard! Hoe heb ik dit kunnen doen?'
Met grote stappen loopt ze naar Gerard toe om hem te omhelzen, maar tot haar verbazing, duwt hij haar weg.
'Hoe heb je dit kunnen doen Bea? Hoe! Wat ben je toch een smerige wijf!'
Ahh Bea, ik had je nog zo gewaarschuwd voor Gerard. Hij kwam vaak bij ons thuis met zijn dochter, even oud als onze kleine Kim, zodat zij samen konden spelen. Toen trapte ik ook altijd in zijn praatjes. Terwijl wij voetbal keken, zaten de meisjes te ravotten. Zo onschuldig dat hij leek. Totdat ik even een biertje ging halen uit de keuken en hij verdwenen was. Ik dacht dat hij naar de wc ging, maar spijtig, zag ik hoe hij die honderd euro uit jouw portemonnee in zijn broekzak stopte. Vervolgens kwam hij doodleuk de woonkamer binnen en zei dat hij een belangrijk telefoontje had. Ze moesten vertrekken.
Je wilde niet naar mij luisteren. Je broertje Gerard was zo speciaal voor jou. Je geloofde eerder hem als mij. Het eerste wat je deed toen ik je vertelde over de honderd euro, was het gooien van de grote plantenbak richting mijn hoofd. Je kon mij, je eigen man niet meer uitstaan. Geduldig wachtte ik op de dag dat je mij ook als je ouders of je broertje zou behandelen. Dat je van mij zou houden, zoals je dat bij hen deed. Het was een valse hoop.
Dit was te verwachten van jou Bea, ik zag dit allemaal aankomen, maar ik bleef verder dromen. Ik bleef hopen dat we een gelukkig gezinnetje zouden zijn.
De ruzie tussen Gerard en Bea gaat verder.
'Gerard, je moet mij helpen! We moeten hem wegbrengen en alles schoonmaken...'
Mijn hart dat niet eens meer klopt doet zo'n pijn van deze woorden. Ik ging nog liever dood. Oh wacht...
'Je staat er alleen voor lieve zus van me'
Gerard pakt zijn jas, trekt hem aan en loopt zijn woonkamer uit. Bea schreeuwt achter hem aan:
'help mij hieruit en je krijgt alles wat ik heb!'
Gerard blijft staan. Even denkt hij na. Als ik het kon, zou ik hier hard om lachen.
'Wat heb je aan de telefoon tegen ze gezegd?'
'Dat er een ongeluk is gebeurd. Het is nog niet gedaan met ons'
'Vooruit dan, opschieten'
Gerard pakt mij bij mijn schouders en Bea bij mijn voeten.
'Haal eerst dat mes uit zijn zij!' roept Gerard nog.
'Ja, stom van mij'
Ja, heel stom van je Bea, want het was echt geen gezicht zo, een schommelend mes in mijn zij. Snel haalt ze het mes eruit en gooit het in de wasbak. Daarna sleuren ze mij naar de wc en zetten ze mijn lijk op de pot. Wat nu? Zijn ze mijn bloed aan het schoonmaken? Zal wel.

Even later hoor ik Gerard pijnlijk kreunen en wat later de sirene van de ambulance. Er wordt hard op de voordeur geklopt, want de bel doet het niet. Die had ik laatst zelf uitgeschakeld om bezoekjes van Gerard te voorkomen.
'Waar is het slachtoffer?' bromt een mannenstem, waarschijnlijk de ambulance medewerker.
'In de woonkamer, snel! Hij heeft erg veel pijn! Mijn god, ik kan dit verder niet aanzien!' Jammert Bea.
Met heftige gerommel gaan ze de gang op. De voordeur gaat weer open en een brancard rolt naar buiten. Althans, het knalt hard tegen iets aan.
'Au! Tyfus joch! Kijk toch uit, je doet me pijn!'
'Ohhhh, nou sorry meneer, u hoeft niet zo lelijk te doen hoor!'
'Niks sorry! Uitkijken, dat moet je doen!'
'Rustig lief broertje, niets aan de hand. Alles komt goed'
De deur klapt dicht. Wat zou er gebeurd zijn? Zou Gerard zichzelf hebben gestoken? Misschien wel met hetzelfde broodmes. Bea zou het bij hem niet durven. Nieuwsgierig wacht ik af tot ze terugkomen, maar ze blijven veel te lang weg. 

Het wordt donker. Dan hoor ik ineens lichte voetstappen richting de wc. De deur gaat zachtjes open. Twee bange, grote blauwe ogen kijken mij aan. 

'Papa?' 

Genre: drama, misdaad en complot